Goed nieuws!
Narges Mohammadi in Iran vrijgelaten
Narges Mohammadi in Iran vrijgelaten
Amnesty International is verheugd dat Narges Mohammadi in Iran vervroegd is vrijgelaten. Ze was in 2016 tot 16 jaar gevangenisstraf veroordeeld nadat ze actie voerde tegen de doodstraf. Mohammadi is een vooraanstaande mensenrechtenverdediger die al eerder gevangenzat vanwege haar vreedzame inzet voor de mensenrechten. Ze zat nu een gevangenisstraf van 16 jaar uit, ondermeer omdat ze actie voerde tegen de doodstraf en omdat ze deelnam aan vreedzame protesten tegen zuuraanvallen op vrouwen.
Geen medische zorg
Mohammadi lijdt aan longembolie en heeft neurologische problemen die epileptische aanvallen en tijdelijke verlammingen veroorzaken. Toch kreeg ze niet de medische zorg die ze nodig had. Ook toen ze symptomen van besmetting met het coronavirus had, bleef medische hulp uit. Ze werd wel getest, maar kreeg de uitslag daarvan aanvankelijk niet te horen. Ook werd haar lange tijd het cotact met haat twee jonge kinderenverboden.
‘Gevaar voor nationale veiligheid’
Narges Mohammadi werd in mei 2015 opgepakt. Het jaar erop werd ze tot 16 jaar cel veroordeeld. Volgens de autoriteiten zou ze lid zijn van een illegale organisatie en de nationale veiligheid in gevaar brengen. Mohammadi is verbonden aan het Iraanse Centrum voor de mensenrechtenverdedigers en voerde samen met andere activisten actie voor meer respectvoor de mensenrechten in Iran. Ze ontving voor haar werk meerdere internationale prijzen. Toen de Iraanse Nobelprijswinnares Shirin Ebadi in 2010 de Felix Ermacora Human Rights Award won, droeg ze deze op aan Mohammadi. ‘Deze dappere vrouw verdient deze prijs meer dan ik’, zei ze.
‘Ik zal mijn sten blijven verheffen’
Eind december 2019 schreef Narges Mohammad: ‘Om mij zwijgen op te leggen, heeft de Islamitische Republiek me geen enkele gewelddadige actie bespaard. Ze veroordeelden me tot een lange gevangenisstraf en ontzegden me het contact met mijn kinderen – zelfs hun stem aan de telefoon mocht ik niet horen – ze verbranden me, sloegen me, beledigden me en vielen mijn waardigheid aan … Wat me overeind houdt is mij liefde voor de trotse en gewelde mensen in mijn land en voor de idealen van gerechtigheid en vrijheid. Tot ik mij laatste adem uitblaas, zal ik niet ophouden te spreken over gerechtigheid, zal ik mijn sten verheffen tegen onderdrukking, zal degenen verdedigen die gerechtigheid en vrijheid willen en zal ik om duurzame vrede blijven vragen.’